zondag 3 mei 2015

Paddenstoelenkwekerij

Het wetenschappelijke deel van de missie zit erop. De tijd is gekomen om onze stalen over te brengen naar Kigali Farms. De petrischaaltjes bevatten materiaal van de wilde stammen van eetbare paddenstoelen.  Hiermee kunnen ze in Kigali Farms aan de slag gaan om proeven uit te voeren die dan resulteren in de commerciële teelt van bepaalde soorten.


We gaan naar Kigali waar we Laurent Demuynck ontmoeten, de oprichter en CEO van het bedrijf. Hij laat ons kennismaken met de doelstellingen van het bedrijf: "Kigali Farms is een sociale onderneming, opgericht in Rwanda in 2010, vanuit het idee om het probleem van de ondervoeding aan te pakken. Wij hebben ons op paddenstoelen gericht omdat ze een grote voedingswaarde hebben. De wilde eetbare soorten uit Rwanda die nooit eerder onderzocht werden interesseerden ons van meet af aan. Onze ambitie was het opsporen van de verborgen pareltjes in de Rwandese bossen, die door de lokale bevolking geconsumeerd worden en zo Rwanda op te tillen tot een voorbeeld van uitmuntendheid in de hele regio op het vlak van de paddenstoelenteelt."


En dan naar het productiecentrum van Byumba waar we ontvangen worden door Ariane Mukeshimana (productie en kwaliteitsmanager) en Pelagie Nyirandikumana (de manager van Byumba Farm) die ons de verschillende stadia van de productie, vertrekkende van de wilde stammen door onze mycologen verzameld, laten zien. Volg de gids...





Eerste stap: opzuiveren van het mycelium


Een stukje mycelium wordt van het verzameld materiaal verwijderd en overgebracht  naar een nieuwe petrischaal met agarvoedingsbodem. Dit gebeurt onder steriele omstandigheden en volgens een specifiek protocol. Het mycelium kan nu gaan groeien.



Tweede stap: productie van het broed


Een stukje agar met mycelium wordt uit de petrischaal overgezet naar een medium op basis van gemalen graan. Het mycelium groeit verder aan tot wat we broed noemen.


Derde stap: het enten van het broed in groeizakken


Het broed wordt geënt in gepasteuriseerde zakkenzakken met daarin katoengruis, tarwezemelen en gebluste kalk. Deze nieuwe omgeving is zowel gunstig voor de ontwikkeling van het mycelium als de vruchtlichamen van de paddenstoel.



Vierde stap: de groeizakken gaan in de incubator


De groeizakken worden opgeslagen in het donker van de incubatiekamer; zo wordt voorkomen dat er zich al vruchtlichamen gaan vormen.



Stap vijf: de groeizakken worden begraven
De groeizakken worden tenslotte overgebracht naar teeltbakken die aarde bevatten. Er heerst een constante luchtvochtigheid van 95% en een temperatuur van 18-22°C. Uit de groeizakken zullen nu weldra vruchtlichamen naar buiten groeien; in dit geval, oesterzwammen die geoogst kunnen worden. 

Hopelijk groeien hier ooit de paddenstoelen die we tijdens onze expeditie hebben verzameld... daar is het nu nog veel te vroeg voor.

zaterdag 2 mei 2015

In het basiskamp

Het verzamelen van eetbare paddestoelen in de bergbossen is slechts de eerste stap in het werk van onze mycologen. Terug in het base camp zit hun dag er nog lang niet op...

Een staal bevat enkele paddenstoelen afkomstig van hetzelfde mycelium. Het staal heeft een nummer, een beschrijving, foto's genomen in het veld, ... Daarna ondergaat elk staal diverse behandelingen met drie doelen:

1. Sporenprint en enten
Sporenprint 
Inenting
De hoed van een paddenstoel wordt op een drager geplaatst om de sporen te verzamelen. Dit heet het maken van een sporenprint in de mycologische jargon. De volgende dag worden de sporen geoogst en geënt in een petrischaal met een kweekmedium (agar). Na enkele dagen is het mycelium in de petrischaal voldoende ontwikkeld om opgekweekt te kunnen worden in Kigali Farms.




2. Levende stammen en DNA-stalen
Paddenstoelfragment in een buis voor DNA-analyse
Een fragment van een paar mm³ wordt in een buisje met cetrimoniumbromide gestopt, een stof de degeneratie van DNA blokkeert. Eenmaal terug in België, zijn deze stalen bestemd voor collecties van de Plantentuin Meise, terwijl de levende stammen naar de paddenstoelencollectie van de UCL gaan; dat is een verzameling van ongeveer 30.000 stammen van levende schimmels uit de hele wereld, die vooral gebruikt worden in taxonomische onderzoek.



3. Collecties van de Plantentuin
Gedroogd materiaal voor het herbarium
De rest van het staal wordt gedroogd en in een plastic zak bewaard en wordt gedeponeerd bij RDB en een dubbel in het herbarium van de Plantentuin Meise, vergezeld van de beschrijving, de veldfoto's veld en een staal van de sporenprint. Microscopisch onderzoek van de sporen is immers een noodzakelijke stap om de identiteit van een soort te kunnen bevestigen. 



Een dag op zending begint bij dageraad maar eindigt zelden voor 19:00 ...

donderdag 30 april 2015

Verrassingen tussen de bamboe

 

Sabyinyovulkaan

De loofbossen aan de voet van de vulkaan Bisoke toonde ons een verscheidenheid van paddenstoelen. Maar hoe zit het met bamboebossen? Om deze vraag te beantwoorden moet het wetenschappelijk team op prospectie naar de voet van drie vulkanen (Sabyinyo, Gahinga, Karisimbi). 



Een nieuwe lokale gids begeleidt ons. Hij heet Damascène en weet veel over het bos. Geen wonder hij woonde er 18 jaar voor zijn vertrek, nu twintig jaar geleden.



Eerst naar de Sabyinyovulkaan. Veel paden kronkelen door de bamboe. Ze zijn bezaaid met voetafdrukken hoefdieren. "Buffels" zegt Raymond. En gezien de hoeveelheid mest en sporen, zijn ze met veel.



De eetbare paddestoelen zijn op het appel. Damascène kent hun namen niet maar beweert stellig dat hij ze ooit gegeten heeft. In feite blijkt hij alles gegeten te hebben wat ook maar enigszins eetbaar is... ook soorten die mycologen als niet echt smakelijk of niet bijzonder lekker beschouwen, maar waarschijnlijk had hij niet de luxe kieskeurig te zijn. 





"Wat opvalt", zegt Jerome, "zijn de paddenstoelen die op de bamboe groeien, maar hun diversiteit is niet bijzonder groot;  hooguit enkele Marasmius- enCollybiasoorten. En in de strooisellaag van de gevallen bamboebladeren groeien al bijna helemaal geen paddenstoelen."



Maar hoewel de soortenrijkdom laag is, weet het bamboebos ons toch te verrassen met enkele bijzonderheden. Eerste verrassing: twee soorten honingzwam: de echte honginzwam (Armillaria mellea), die we kennen uit de Europese bossen en zijn neefje Armillaria heimii.  

Collybia aurea
Nog meer verrassingen: in de bamboebossen van de Karisimbivulkaan vinden onze mycologen de gouden collybia (Collybia aurea), een warmgele soort die in buurland Burundi als lekkernij bekend staat.  Verder komen we Termitomyces robustus tegen, de beroemde paddenstoel die in symbiose met termieten leeft. "De aanwezigheid van deze eetbare soorten in de bamboebossen is enigszins vreemd. Het is een van de grote ontdekkingen van onze expeditie", krijgen we te horen van een zichtbaar tevreden mycoloog.

dinsdag 28 april 2015

Mycologen in de mist

Pleurotus cystidiosus
Om paddenstoelen te zien, moet je blijkbaar vroeg opstaan… Het is 07:00 ... Hop richting Kiningi, de ingang van het Parc des Volcans. We hebben afgesproken met Raymond, een ranger die ons deze week zal begeleiden tijdens onze mycologische tochten op de vulkaanflanken. We zijn niet alleen bezoekerscentrum, een armada van 4x4’s en toeristen met als grote droom: de berggorilla’s ontmoeten.

Bij de lobelia’s

Onze eerste stop: de Bisoke- of Visokevulkaan (3711 m), gehuld in de mist. We worden opgewacht door een handvol soldaten die onze beschermengelen zullen zijn tijdens onze beklimming. Wegens de aanwezigheid van buffels, bevestigen ze ons. Het gaat pijnlijk langzaam tussen de reuzenlobelia’s want het pad is modderig en zompig. De dag schiet goed op en het is tijd om terug af te dalen naar het basiskamp, waar onze wetenschappers nog wat avondwerk wacht. Langs het pad een verse pootafdruk van een gorilla…Men kan alleen maar dromen .


De majestueuze bomen zijn volledig bedekt met mossen en korstmossen ... maar ook met paddenstoelen! Waaronder een mooie verscheidenheid aan eetbare ...  We vinden een soort oesterzwam die we nog niet eerder tegekwamen tijdens onze missie: Pleurotus cystidiosus, zeker eentje om te testen in Kigali Farms.
Raymond toont een grote interesse in onze missie en wilde paddenstoelen. Hij weet van sommige soorten of ze al dan niet eetbaar zijn, maar betreurt het niet meer te weten dan dat. “Geen erg” zegt Jerome, want de geïllustreerde gids voor eetbare paddenstoelen die we gaan maken, dient net voor mensen zoals de rangers van het park.

De oogst is goed. In de mand van de mycologen ligt een 20-tal verschillende soorten waaronder een groenachtige Agaricus-champignon. "Misschien een nieuwe soort voor de wetenschap, maar nog te bevestigen na onze terugkeer," verwoordt onze wetenschapper het hoopvol, maar voorzichtig. 


In de voetsporen van Dian Fossey
Na een paar uur door de modder ploeteren, bereiken we de overblijfselen van het kamp Dian Fossey, die in 1985 werd vermoord. Hier rust ‘Nyiramachabelli’, de ‘eenzame van het bos’, naast Digit, een van haar favoriete gorilla's.

zondag 26 april 2015

Bestemming vulkanen


Na Bweyeye en Gishwati, onze 3e etappe: het Parc national des Volcans. Dit natuurpark in het noorden van Rwanda, langs de grens met de Democratische Republiek Congo en Oeganda werd opgericht in 1925 (toen Parc Albert) om de laatste berggorilla’s te beschermen.
Sinds de oprichting werd er onophoudelijk aan de grenzen van het natuurpark geknabbeld door landbouwers en veetelers, maar ook door de overheid (meermaals tot 1979) om het hoofd te kunnen bieden aan de snelle bevolkingsgroei en de teelt pyrethrum toe te laten. Van de 34.000 hectare uit 1960 schieten er vandaag nog 16.000 ha over, die onder Rwandese staatsbescherming staan.


De Karisimbi (4507 m), de hoogste piek in het Parc des Volcans.

Het park is gekend voor zijn 5 uitgedoofde vulkanen, die behoren tot de Virungavulkaangordel (in totaal 8 vulkanen; in het Swahili betekent Virunga trouwens vulkaan). Ik som ze even op: de Karisimbi (4507 m), de Bisoke (3711 m), de Sabyinyo (3634 m), de Gahinga (3474 m) en de Muhabura (4127 m). Van de voet tot de top kan je vier verschillende vegetatieniveaus onderschijden: 1) het bamboebos (Yushania alpina) tussen de 2500 en 3200 m boven de zeespiegel; 2) de Hagenia-Hypericum-zone (3100-3500 m); 3) de Senecio-Lobelia-zone ( 3500-4200 m) tevens de boomgrens en 4) de Alpiene zone waar enkel nog grassen, korstmossen en mossen voorkomen.
De komende dagen blijven we op de flanken van deze vulkanen, op zoek naar eetbare paddenstoelen van het bergwoud. Opgepast voor de gorilla’s …




zaterdag 25 april 2015

Ethnomycology in Gishwati

We hebben een lange weg  afgelegd sinds we in Nyundo zijn aangekomen; bijna anderhalf uur hobbelige wegen om dan eindelijk het bos van Gishwati  te bereiken. Onderweg kon je er haast niet naastkijken, thee, de trots van de regio en als je de reclamepanelen mag geloven, de beste van heel Rwanda!
 Vanochtend hebben we afgesproken met Charles en Martin, twee Rwandezen van Batwa. Zij zullen de komende twee dagen onze gidsen zijn. Zij kennen het bos Gishwati  als hun broekzak want, zo vertelt Charles ons, tot 1985 leefde hij er met zijn familie onder het bladerdak. Daarna werden ze gedwongen om zich in dorpen te vestigen en werd hen de toegang tot hun oorspronkelijk leefgebied, ondertussen een beschermd heiligdom, ontzegd. Maakt de kennis van paddenstoelen nog deel uit van hun collectief geheugen?  Eten zij er nog van? Hebben zij er namen voor? Aan ons om het uit te vlooien…




Auricularia cornea
We nemen één van de smalle paden, recht het bos in, onder het oorverdovend krekelgezang en het concert van enkele exotische vogels en in de verte: de roep van chimpansees... Na een paar minuten, de eerste paddenstoelen; twee soorten judasoren (Auricularia cornea en A. delicata). Volgens onze heten ze in het Kinyarwanda: 'Ikinyagutwi'. Ze kennen de soorten wel, maar eten er verbazingwekkend genoeg niet van, hoewel judasoren elders in Afrika voor een delicatesse doorgaan.  Vlug wat foto's maken en wat stalen nemen en weer op pad.  Zo nu en dan moeten onze gidsen de plantaardige uitbundigheid te lijf gaan met hun machetes. Wat verder een champignon (Agaricus cf. bingensis). In Uganda staat dit neefje van onze Europese champignons hoog culinair aangeschreven; hier niet want men gelooft dat je doof wordt als je er van eet. De volksnaam windt er dan ook geen doekjes om:  'Ikizibamatwi' wat zo veel betekent als 'mond aan het oor’!


Verder tijdens onze tocht komen zowat 20 andere soorten tegen, die ze wel eten, maar die ze allemaal 'Ubuzuruzuru' noemen. Waarschijnlijk een generieke naam om aan te geven dat ze eetbaar zijn. Er zit o.a. een oesterzwam bij (Pleurotus djamor), een interessante vondst met potentieel voor Kigali Farms.


Waar Charles en Martin nog heel wat kennis bezitten over de paddenstoelen uit het bos, is dat niet langer het geval bij jongere generatie die nooit het leven in het bos hebben gekend. Daar de band doorgeknipt werd met het voorouderlijk leefgebied, worden de natuurlijke rijkdommen van dat gebied niet meer gebruikt en zal de kennis binnen enkele generaties volledig weg geërodeerd zijn.  Ethnomycology is dus een belangrijk onderdeel van onze wetenschappelijke missie hier en het werk van de Plantentuin Meise in Afrika: we identificeren de eetbare soorten, noteren hun lokale naam, en de eventuele gebruiken … voor de kennis voor goed verdwenen is. 

donderdag 23 april 2015

Het Gishwati Woud


Gudula, een jonge Rwandese wetenschapster, vervoegt het team. Zij zal Assoumpta vervangen voor de rest van het verblijf. Na de amanieten van Bweyeye, komen we bij de tweede etappe van de missie: het bestuderen van de paddenstoelen in het Gishwati Woud, in het bijzonder de eetbare soorten.

Het Gishwati Woud
Wat overblijft van het woud is jammer genoeg slechts een piepklein tuintje in vergelijking met de oospronkelijke oppervlakte van 28.000 hectare in 1970! Het bos is nu amper 1500 hectare groot! Een enorm verlies… De oorzaken: landbouw, vrije begrazing door vee, hervestiging van vluchtelingen na de genocide, aanplant van niet-inheemse bomen ... Met alle gevolgen van dien voor het milieu: erosie, vermindering van de vruchtbaarheid van de bodem, enz... Het verlies aan biodiversiteit is vermoedelijk even immens. De verdwenen soorten zijn echter niet opgetekend door gebrek aan studies over de levende organismen van het reservaat. Alleszins moet het daar voor de weinige chimpasees en gouden apen zeer krap aanvoelen...  Er is echter nog een sprankeltje hoop voor deze geïsoleerde dieren. Er zijn projectplannen om een smal stuk woud te creëren. Dit zou dan een doorgang  zijn die dit woud verbindt met het Nationaal Park Nyungwe.  De realisatie van dit ambitieuse project zou een ware bevrijding betekenen voor Gishwati Woud!

In deze reeds weinig gunstige context zal het team de komende dagen werken.  Zullen we er een diversiteit aan paddenstoelen aantreffen? En zal deze even rijk zijn als die van de bergen van Nyungwe et de Vulkanen?  De toekomst zal het uitwijzen ...

Zonsondergang boven het Kivumeer

dinsdag 21 april 2015

Op weg naar Gishwati

Een dagje overgangsfase … De Jeep neemt ons mee naar het bosreservaat van Gishwati dat uitsteekt boven het Kivumeer op een halve kilometer van de stad Gisenyi. In dit primaire bergregenwoud van ongeveer 1500 hectare zal het onderzoeksteam de komende dagen door het terrein ploeteren. Op zoek naar eetbare paddenstoelen die zich lenen tot opkweek door onze partner ‘Kigali Farms’.    

Onderweg houdt de 4x4 halt. “Kijk, Termitomyces robustus”, roept Jérôme uit. Een jong meisje verkoopt er 2 mooie handvollen aan de kant van de weg (zie foto). Deze eetbare paddenstoel, gekend in heel Centraal-Afrika, staat evenwel niet op het programma van deze wetenschappelijke zending. De reden is, dat er weinig kans is om deze ooit te kunnen kweken!

De verklaring is eenvoudig: de ‘Termitomyces’ groeien op termietenheuvels, in symbiose met de termieten.  Hun partnerschap is een ‘win-win’!  Door het mycelium (ofte schimmeldraden) van de paddenstoel in de binnenkant van de termietenheuvel te cultiveren, worden de insecten geholpen omdat dit mycelium bijdraagt tot het verteren van hout.  Dit betekent dat als we deze paddenstoel willen kweken, we er ook in moeten slagen om deze termieten te ‘domesticeren’ of ‘af te richten’. Want zij zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van het mycelium. En daar zijn we nog zeer ver af... En vandaar dat de wetenschappelijke missie vooral focust op het zoeken van eetbare saprofytische paddenstoelen (zoals de oesterzwam).  Hiervan is de teelt van het mycelium gemakkelijker te bewerkstelligen... zoals je kan ontdekken in de volgende reportage over de ‘paddenstoelenboerderij’.

vrijdag 17 april 2015

Terugkeer naar Bweyeye

Vanochtend herhalen we het parcours naar Bweyeye: twee uur gehots met de jeep doorheen het woud van Nyungwe. Tot we Danasen, onze plaatselijke gids van gisterenavond, terugvinden. Wij hadden hem de opdracht toevertrouwd om voor ons een mooie partij amanieten te vinden, die we nodig hebben om achteraf het toxicologische onderzoek uit te voeren. Gezien we gisterenavond reeds 4 exemplaren van de amaniet aantroffen, hebben we er vertrouwen in dat het inzamelwerk succesvol zal zijn.


Terug aangekomen in het dorp, verschijnt Damascène met een mand voor de helft gevuld met paddenstoelen. Een snelle blik van onze mycoloog (paddenstoelendeskundige) bevestigt dat het effectief de amanieten zijn die we onderzoeken en in voldoende aantallen, een vijftiental individuen!



Tevreden besluit onze mycoloog Jérôme om de heuvels in de omgeving te doorkruisen om andere soorten op te sporen. Het vervolg van de enquête over de eetbaarheid van de amaniet laten we over aan de goede zorgen van Assoumpta.  Het is namenlijk essentieel om de getuigenissen te analyseren...

Een jong meisje, Louise, is bereid om te demonstreren hoe zij deze paddenstoel klaarmaakt. We keren terug naar het dorp gevolgd door een hele rits lachende kinderen, en al snel nemen ze de beperkte ruimte van haar woning helemaal in.

Louise bevestigt de eerste getuigenissen: het vel (de cuticula) van het hoedje wordt eraf gehaald. Nadat alle velletjes van de paddenstoel geplukt zijn, wordt het in stukken gesneden vruchtvlees samen met andere groenten (tomaten, uien, ...) in water gekookt.

Assoumpta vraagt aan Louise waarom ze de paddenstoel ontvelt. Ze wil weten of het gaat om het vermijden van eventuele giftige stoffen die aanwezig zijn in de cuticula of voor andere redenen. Louise legt uit dat de reden is dat het vel plakkerig is, maar niet omwille van gif. Andere getuigenissen die Assoumpta aanhoorde spreken daarentegen van giftigheid en wel degelijk een geval van een familie van 4 personen die overleed na het verorberen van paddenstoelen. Maar er is geen bewijs dat deze amaniet daar de oorzaak van was. Het enige dat zeker is, is tenslotte, dat ze het vel verwijderen vooraleer de paddenstoel te koken!  

In dit stadium kunnen we 3 hypothesen formuleren over de niet-toxiciteit van deze amaniet die behoort tot de familie ‘Phalloiders / marmorata’ waarvan de gifstoffen als dodelijk beschreven of geacht zijn:
- De inwoners zijn ‘imuun geworden’ en hun lichaam is in staat de gifstoffen in de paddenstoel af te breken;
- De gifstoffen zijn enkele aanwezig in het vel en de rest van de paddenstoel is eetbaar;
- Alle delen van deze amaniet zijn eetbaar.




Het mysterie van de amaniet is nog niet opgelost, maar de getuigenissen geven wel een indicatie voor de onderzoeksprocedure. De amanieten worden immers opgedeeld in 2 partijen: de ene met de volledige hoed van de paddenstoel intact, de andere groep met de hoed zonder vel. Deze twee partijen worden versneden en apart gedroogd voor de toxicologische analyse die voorzien is bij onze terugkeer.
De amaniet van Bweyeye heeft ons al zijn geheimen niet onthuld vandaag ...
Wordt vervolgd ...

Het mysterie van de amaniet van Bweyeye!

Afspraak in Batwa-land

‘Cercopithecus de hoesti’
Vandaag hebben afspraak in Bweyeye, een dorp aan de rand van het Nationaal Park Nyungwe (970 km²), gelegen ten zuid-westen van Rwanda aan de Burundese grens, niet ver van het Kivumeer. Het bergregenwoud van Nyungwe is waarschijnlijk één van de best bewaarde in Centraal-Afrika.  Het heeft een uitzonderlijk rijke fauna en flora: ongeveer 13 soorten primaten, 32 amfibieën, 38 reptielen en wel duizend plantensoorten ... De paddenstoelenflora is er daarentegen heel weinig gekend, zoals in de meeste omringende landen en regio's.  Dit motiveert het op touw zetten van wetenschappelijke missies zoals deze, die in het bijzonder een betere kennis van de eetbare paddenstoelen beoogt.


Na twee uur trekken door een wirwar van paden in het regenwoud van Nyungwe, komen we aan in Bweyeye. De bewoners van een stuk van het dorp behoren tot het Batwa-volk.  Zij zijn van origine jager-verzamelaars van het regenwoud. Jean-Marie, een wachter die al had deelgenomen aan de vorige wetenschappelijke missie van oktober vorig jaar, wacht ons op.


De eerste expeditie in oktober onthulde de aanwezigheid van een amaniet, waarvan de soortnaam nog niet vastgesteld is, van de groep "phalloides" of "marmorata".  Deze soort wacht nog op een nauwkeurige identificatie!  De soort is zeker en vast in Afrika geïntroduceerd bij aanplantingen van eucalyptusbomen uit Australië. Dit is niet zo verwonderlijk ... veel paddenstoelensoorten hebben op deze manier de hele wereld doorkruist, “verstopt” in de vorm van mycelium, oftewel schimmeldraden, in de kluiten van geïntroduceerde bomen zoals eucalyptus en den. Maar de grote verrassing was ... te vernemen dat de plaatselijke bewoners deze amaniet opeten ... die als dodelijk wordt beschouwd!

Is de amaniet eetbaar?
Jean-Marie vond een inwoner die ons zal gidsen om de amaniet terug te vinden. Het doel: grote hoeveelheden te verzamelen voor een genetische en toxicologische analyse.  Hiermee kunnen we de soortnaam bepalen en de aanwezigheid van de dodelijke stof al dan niet bevestigen. Intussen bleef Assoumpta in het dorp om de families te bevragen hoe ze deze paddenstoel bereiden voor culinair gebruik.

"Zonder inspanning kom je er niet bij”, zegt Jérôme Degreef, de wetenschappelijke coördinator van de expeditie. Er wacht ons een stevige klim naar de top van de heuvel om de plaatsen te vinden waar deze befaamde paddenstoelen groeien.  We zoeken naar paddenstoelen met een beurs, dat is een soort van zakje of schede die rond de steelvoet achterblijft, een kenmerk dat je terugvindt bij amanieten.  Na drie uur onderzoek vinden we sommige prachtige exemplaren van andere paddenstoelengroepen ... maar geen amanieten. Ze groeiden er nochthans in grote aantallen in oktober. We bespeuren een blik van teleurstelling bij Jérôme toen ... uiteindelijk, onze plaatselijke gids ons naar een perceel leidt waar hij gelooft ze te hebben gevonden. "Ja, die is het!" roept Jérôme, en algauw wordt er gefotografeerd, geïnventariseerd en wordt ze meegenomen voor de collectie.

Na enkele tientalen minuten vinden we nog eens drie exemplaren in verschillende stadia van groei (zie foto). Helaas is de hoeveelheid veel te weinig om te hopen er een toxicologische analyse mee te kunnen uitvoeren. We maken van de gelegenheid gebruik om aan de gids te vragen of hij deze soort opeet en hoe hij ze klaarmaakt. Het antwoord is ja, maar hij verwijdert voor het koken het velletje dat de hoed van de paddenstoel bedekt.  Dit verhaal wordt ook bevestigd door Assoumpta, uit de getuigenissen van de dorpsvrouwen.

Assoumpta verzamelt de getuigenissen van de vrouwen




Morgen komen we terug om het inzamelen verder te zetten. Maar gezien onze kleine oogst en om het geluk zoveel mogelijk aan onze kant te hebben, vragen we onze lokale gids en de kinderen van het dorp om er voor ons te plukken. Wat zal het resutaat zijn? Dat zien we vrijdag dan weer ...

donderdag 16 april 2015

Op weg naar Nyungwe.

Tijdens deze eerste dag in Kigali werden de laatste voorbereidingen voor de missie afgerond. Het kostte niet minder dan 12 uur rijden op slechte wegen die ook nog onder het  regenseizoen te lijden hadden – met de daarbij horende verrassingen ... – om in zuid-west Rwanda te geraken.

Een eerste opdracht, te vervullen in de bufferzone van Het Nationaal Park Nyungwe, wacht de wetenschappers Assoumpta en Jérôme: het oplossen van het mysterie van de amaniet van Bweyeye ...

Wordt vervolgd ...

vrijdag 10 april 2015

Zending "Rwanda Fungi 2015"


Van 13 april tot 4 mei 2015 onderneemt de Plantentuin Meise (België) een wetenschappelijke expeditie naar Rwanda om er een inventaris te maken van de populaties eetbare paddenstoelen uit het bergwouden en natuurparken: Parc National des Volcans, Forêt de Gishwati, Forêt de Nyungwe... Tijdens een verkennende expeditie in november 2014, konden reeds een heleboel paddenstoelen ter plekke geïdentificeerd worden..






Bij de eetbare paddenstoelen zijn er een aantal soorten die voor de lokale bevolking zeker een ecomomische meerwaarde kunnen betekenen. Deze zullen worden verzameld en vervolgens vermeerderd door Kigali Farms , een bedrijf dat winst en sociaal ondernemen combineert.

Dit unieke project combineert fundamenteel en toegepast onderzoek. Het heeft ook als doel een onmiddellijke maar duurzame ontwikkeling door het genereren van inkomsten voor de lokale gemeenschappen en commerciële exploitanten.

De communicatie van het project kan via deze blog gevolgd worden en via Facebook. We brengen zo veel mogelijk verslag uit van de verschillende etappes van het project. Deze media dienen tevens als dagboek van onze zending. Indien de communicatietechnologie op het terrein het toelaat, kan je onze werkzaamheden volgen (zoniet, met wat uitstel). In elk geval is er ook een audio-visueel reisverslag voorzien aan het einde van het project (eind 2015 - begin 2016).