
Vanochtend hebben we afgesproken met Charles en Martin, twee Rwandezen van Batwa. Zij zullen de komende twee dagen onze gidsen zijn. Zij kennen het bos Gishwati als hun broekzak want, zo vertelt Charles ons, tot 1985 leefde hij er met zijn familie onder het bladerdak. Daarna werden ze gedwongen om zich in dorpen te vestigen en werd hen de toegang tot hun oorspronkelijk leefgebied, ondertussen een beschermd heiligdom, ontzegd. Maakt de kennis van paddenstoelen nog deel uit van hun collectief geheugen? Eten zij er nog van? Hebben zij er namen voor? Aan ons om het uit te vlooien…
![]() |
Auricularia cornea |
Verder tijdens onze tocht komen zowat 20 andere soorten tegen, die ze wel eten, maar die ze allemaal 'Ubuzuruzuru' noemen. Waarschijnlijk een generieke naam om aan te geven dat ze eetbaar zijn. Er zit o.a. een oesterzwam bij (Pleurotus djamor), een interessante vondst met potentieel voor Kigali Farms.
Waar Charles en Martin nog heel wat kennis bezitten over de paddenstoelen uit het bos, is dat niet langer het geval bij jongere generatie die nooit het leven in het bos hebben gekend. Daar de band doorgeknipt werd met het voorouderlijk leefgebied, worden de natuurlijke rijkdommen van dat gebied niet meer gebruikt en zal de kennis binnen enkele generaties volledig weg geërodeerd zijn. Ethnomycology is dus een belangrijk onderdeel van onze wetenschappelijke missie hier en het werk van de Plantentuin Meise in Afrika: we identificeren de eetbare soorten, noteren hun lokale naam, en de eventuele gebruiken … voor de kennis voor goed verdwenen is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten